Uittreksel uit het boek 'Het Goeverneurshuis'
(Björn Crul & Roeland Van Den Driessche) - Uitgeverij Lannoo
Van alle gouverneurs die West-Vlaanderen gekend heeft, heeft Pierre van Outryve d’Ydewalle het meest verwezenlijkt. Hij was ook erg geliefd. Tijdens zijn bijna 35- jarige ambtstermijn zette de industrialisatie zich door in West-Vlaanderen. Pierre van Outryve d’Ydewalle werd geboren op 7 januari 1912. Hij voltooide zijn middelbare studies aan de Abdijschool van Zevenkerken en trok nadien naar de Faculté de Philosophie et Lettres van het Collège Notre-Dame de la Paix in Namen. Daar leerde hij Leopold Willaert kennen, een jezuïet die een blijvende invloed op hem zou hebben. Zijn opleiding onderbrak hij voor een militair avontuur van veertien maanden bij de Force Publique, het koloniale leger van Belgisch-Congo, dat Leopold ii nog had opgericht. Eenmaal zijn dienstplicht erop zat, studeerde hij voort aan de rechtsfaculteit in Leuven.
Tijdens zijn studies leerde hij Pierre Ryckmans kennen, die van 1934 tot 1946 gouverneur-generaal van Congo was, en ontwikkelde hij een bijzondere interesse voor Belgisch-Congo. Hij droomde ervan er ooit als ambtenaar aan de slag te kunnen. Die dromen borg hij op, toen in de jaren 1930 de crisis uitbrak. In 1934 trad hij in het huwelijk met Marie-Thérèse Joos de ter Beerst. Ze kregen zes kinderen. Na een kortstondige loopbaan als advocaat en als journalist voor Le Vingtième Siècle, de voorloper van De Courant, ging hij aan de slag bij het kabinet van minister van Landbouw Hubert Pierlot. Die merkte al snel de kwaliteiten van van Outryve d’Ydewalle op en benoemde hem tot kabinetschef. Pierlot zelf schopte het intussen tot eerste minister.
Toen de Duitsers België binnenvielen in mei 1940 tekende Pierre van Outryve d’Ydewalle het laatste onderhoud op tussen de ministers en koning Leopold iii (het verslag-Pierlot). Nadien vergezelde hij de ministers naar Londen en Frankrijk, waar hij het regerings- en koningsarchief wist te verstoppen voor de Duitsers. Die zouden het archief ook nooit te pakken krijgen en dat was een opmerkelijke prestatie, want België slaagde als enig land erin dat te beletten.
In oktober 1940 keerde hij terug om zich bij zijn gezin te voegen. Niet veel later werd hij lid van de verzetsgroep Réseau Xavier en daardoor kwam hij al snel in het vizier van de Duitsers te liggen, die hem niet veel later oppakten. Na een ondervraging van vijf uur lieten ze hem wegens gebrek aan bewijslast weer vrij. Het voorval belette hem echter niet zich in allerlei verenigingen te engageren om de plaatselijke bevolking te helpen. Hij stelde ook regelmatig rapporten op voor de regering-Pierlot, die vanuit Londen de situatie nauwgezet opvolgde. Kort voor de bevrijding van België ontsnapte van Outryve d’Ydewalle ternauwernood aan een luchtaanval.
Na de oorlog, op 14 september 1944, benoemde Pierlot hem voor elf maanden tot gouverneur van West-Vlaanderen. De Brugse socialistische minister Achille Van Acker zorgde ervoor dat zijn benoeming definitief werd. Hij kreeg de zware taak de provincie weer op te bouwen.
Dat deed hij vanuit zijn ambtswoning, waar hij samen met zijn gezin meer dan dertig jaar zou wonen. Van Outryve d’Ydewalle stak tijdens zijn lange ambtsperiode bijzonder veel werk in zijn openingsredes voor de provincieraad. De meeste bevatten haarfijne analyses en tal van nieuwe ideeën, die ook aansloegen. Zo ontwikkelde hij een visie op het kusttoerisme (wat leidde tot de oprichting van het huidige Westtoer) en lag hij aan de basis van de West-Vlaamse Economische Raad (1954) en het West-Vlaams Economisch Studiebureau (1959). Onder zijn impuls kwam er een brandweerschool (1974) en werd de Politieschool van West-Vlaanderen opgericht (1979). Beide scholen waren van cruciaal belang en dienden als voorbeeld voor de andere provincies. Dankzij hem raakte ook het noodnummer 900 ingeburgerd.
Van Outryve d'Ydewalle kon terugvallen op een breed netwerk, dat hij ook regelmatig gebruikte, bijvoorbeeld voor de inplanting van de Siemensfabriek in Oostkamp in het begin van de jaren 1960. Hij durfde, zeker in zijn latere jaren, ook kritiek te uiten op de centrale overheid.
Onder Pierre van Outryve d’Ydewalle evolueerde West-Vlaanderen van een overwegend agrarisch gebied, dat gebukt ging onder structurele werkloosheid en seizoensarbeid in Frankrijk, naar een actieve provincie met tewerkstelling in de industrie en de tertiaire sector. De gouverneur liet zich daarbij altijd omringen door specialisten, zoals Olivier Vanneste, die directeur was van het West-Vlaams Economisch Studiebureau en in 1979 in zijn voetsporen zou treden.
Bijschriften
Van alle gouverneurs bekleedde Pierre van Outryve d’Ydewalle de functie het langst. Tijdens zijn 35-jarige ambtsperiode zette de industrialisatie zich door in West-Vlaanderen. Van Outryve d'Ydewalle had creatieve ideeën over toerisme en economie. Die leidden tot de oprichting van een aantal belangrijke instellingen: Westtoer, de West-Vlaamse Economische Raad, het West-Vlaams Economisch Studiebureau en de Provinciale Brandweeren Politieschool.
Tijdens zijn ambtsperiode mocht gouverneur van Outryve d’Ydewalle veel voorname gasten in zijn residentie ontvangen, zoals koningin Elizabeth ii van Engeland en prins Philip, hertog van Edinburgh. Op deze foto uit 1966 zien we helemaal links ook koning Boudewijn.
Na zijn benoeming tot gouverneur wachtte van Outryve d’Ydewalle de zware taak de provincie weer op te bouwen. Dat deed hij vanuit de ambtswoning, waar hij samen met zijn gezin meer dan dertig jaar lief en leed deelde.
Meer dan ooit was de ambtswoning naast een werkplek ook een thuis.