Nous devons à Jan Desmet, auteur de l’ouvrage ‘Het Fort van Beieren’ un intéressant ouvrage dédié à l’histoire civile et militaire de ce fort et des occupants du château qui y fut érigé.
L’auteur consacre un chapitre intitulé ‘Petronilla en Mathilde, dames met pit’ aux péripéties de deux châtelaines qui occupèrent les lieux, dont notre ancêtre Pétronille van Outryve (1748-1814), qui y accueillit discrètement nombre de révolutionnaires pro-français durant l’occupation autrichienne.
Les fortifications
C’est à l’initiative de Philippe d’Anjou, qui accéda au trône d’Espagne sous le nom de Philippe V (1683-1746), que les troupes franco-espagnoles implantèrent une série de fortifications dans nos régions, et plus particulièrement à la lisière du Royaume des Pays-Bas. Le Fort de Bavière fut érigé à Koolkerke, à proximité du canal de Damme. Il s’inscrit dans une succession d’ouvrages militaires datant de cette époque, dont de nombreux vestiges subsistent notamment à Damme, Knokke (‘Fort Lapin’) et Retranchement.
Ces fortifications bénéficient depuis peu d’une protection, dans le cadre d’une campagne initiée par la Région flamande en vue de valoriser le patrimoine militaire hérité de la Guerre de Succession d’Espagne (1701-1713).
Le Fort de Bavière n’a jamais été directement impliqué dans des combats, et perdit son usage militaire dans le courant du 18ième siècle.
Le château
Un château y fut érigé, qui figura par la suite parmi les propriétés appartenant à Philippe de Stappens de Harnes (1742-1784), l’époux éphémère de notre ancêtre Pétronille van Outryve.
L’ouvrage de Jan Desmet restitue sur plusieurs pages le parcours et l’engagement militant de Pétronille au coeur d’une époque durant laquelle les élites brugeoises – et notamment ses frères – tentèrent de se concilier les faveurs des autorités autrichiennes et françaises qui se succédèrent à peu d’années d’intervalle en nos régions.
Extraits
" Wij zijn over het leven van Petronilla van Outryve vrij goed gedocumenteerd doordat schepen van Brugge Andries Van den Abeele zich lange tijd heeft vastgebeten in haar levensloop. Van den Abeele ontwaarde in het materiaal zelfs stof voor een gefingeerde brievenroman, een plan waar hij uiteindelijk van af zag. Niettemin publiceerde hij in 2003 al zijn informatie over Petronilla in het heemkundige tijdschrift Brugs Ommeland. De details uit haar leven komen dan ook uit zijn diepgravende bijdrage.
(…) Philippe de Stappens overleed in maart 1784 op veertigjarige leeftijd. Petronilla was toen 36, het begin van haar zelfstandig leven. Zij vestigde zich ’s zomers in het kasteel Fort van Beieren. Als gescheiden echtgenote kon ze dit goed niet erven, maar via de voogden van haar minderjarige zoon Louis-Philippe, die de nieuwe eigenaar was, kon ze het kasteel huren.
Petronilla bleef flaneren in de hogere kringen. De echtgenote en dochter van de toenmalige Brugse burgemeester behoorden tot de regelmatige bezoekers van haar Koolkerkse kasteel. Van pret hield zij zich evenmin afzijdig. Tijdens een wedstrijdje met arrensleden op de brug aan de Dyver in Brugge raakte ze zelfs gekwetst toen haar paard op hol sloeg.
Op politiek vlak bekende Petronilla kleur. Toen de Brabantse Omwenteling in 1789 de Oostenrijkers verdreef, schaarden haar drie broers zich achter de revolutie. (…) Helaas voor de revolutionairen heroverden de Oostenrijkers al eind maart 1793 opnieuw de macht, pakten de Fransen hun biezen en werden de Jacobijnen, hun hevigste aanhangers, letterlijk uit de stadshallen gekegeld: boedel op straat, meubilair in de fik. Vele Jacobijnen werden vernederd en uitgehoond, of namen tijdelijk de vlucht naar Franse grensstadjes, maar Petronilla wist zich als een schim naar de achtergrond te manoeuvreren, en toen de eerste golf van afkeer tegen de Fransgezinde Jacobijnen luwde, hervatte zij op het Fort van Beieren haar ‘ondergrondse’ activiteiten. Haar kasteel in het landelijke Koolkerke werd zo een broeihaard van revolutionaire complotten, mede doordat ook Petronilla’s Fransgezinde minnaar Valentin Jacoby zich alhier had teruggetrokken. Haar broers, die zich na hun eerste negatieve politieke ervaringen gedeisd hielden, klommen intussen weer naar omhoog langs de maatschappelijke ladder. Het gerecht keek in ieder geval met argusogen naar wat er zich achter de schermen in het Fort van beieren afspeelde. Zo groot was de bezorgdheid dat begin mei 1793 vanuit Brugge aan de procureur generaal een brief op poten werd gestuurd. Hieruit bleek dat Koolkerke een voorhoede huisvestte van geheime genootschappen die als doel hadden het heersende gezag te ondermijnen.
(…) Volgens de overgeleverde bronnen zou het kasteel Fort de Bavière/Fort van Beieren toen inderdaad regelmatig onder politietoezicht hebben gestaan. Lang zal dit schaduwwerk niet hebben geduurd, want de Fransen herstelden in juni 1794 hun macht, en lijfden West-Vlaanderen nu voor een langere tijd als hun Département de la Lys (Departement van de Leie) bij Frankrijk in."
Le château du Fort de Bavière subsistera jusqu’en 1956. Il fut alors démoli à l’initiative du baron Ernest van Caloen, dont la famille avait préféré s’établir dans le château Ten Berghe, également situé sur le territoire de Koolkerke.
Sources
Jan Desmet – ‘Het Fort van Beieren’, 2013 (110 blz.) – Uitgave Provincie West-Vlaanderen
Le livre coûte 10 euro, et peut être acheté au Provinciehuis Tolhuis, Jan Van Eyckplein 2 à Bruges.
Info: site de Jan Desmet
Reportage over het Fort van Beieren op Focus-WTV TV (vanaf 8min.52)
Rappelons le précédent article, intitulé ‘Marie-Pétronille van Outryve, femme émancipée du 18ième siècle’, paru dans le Bulletin n°25 (lien)
-> Autres articles consacrés à la famille et à son environnement: lien