Via het Topstukkenfonds van de Vlaamse Regering kwam een belangrijk werk van de internationaal gerenommeerde kunstenaar Joseph-Benoît Suvée (Brugge, 1743 - Rome, 1807) in het bezit van het Groeningemuseum van Brugge. Het gaat om een monumentaal portret van de gefortuneerde zakenman Augustin van Outryve (Oostrozebeke, 1710 - Brugge, 1795) die uitgroeide tot de reus van het 18de-eeuwse Brugse ondernemersleven.
Ongehuwd gebleven kon hij zich helemaal toeleggen op zijn kerntaken: internationale handel, rederij, zeeverzekering, ...
Technische fiche van het kunstwerk
Joseph-Benoît Suvée (Brugge, 1743 - Rome, 1807) Portret van Augustin van Outryve, 1782 Olieverf op doek, 211 x 147 cm (238 x 175 cm met lijst) Gesigneerd en gedateerd op het document dat de geportretteerde in zijn linkerhand vasthoudt: J. B. Suvée fecit / Paris le 12 juin 1782
Herkomst: Het werk is tot voor kort steeds in familiebezit gebleven. Na het overlijden van Augustin van Outryve in 1795 is het portret vermoedelijk bij zijn neef Emmanuel-Louis van Outryve d'Ydewalle (Damme, 1745 - Brugge, 1827) terechtgekomen die het op zijn beurt aan zijn nakomelingen overliet.
Suvée en het mecenaat van de familie Van Outryve
Suvée heeft steeds nauwe (vriendschaps)banden onderhouden met de Van Outryve's. De contacten tussen de kunstenaar en deze vooraanstaande Brugse familie gaan zeker terug tot 1771, het jaar waarin Suvée de Romeprijs won en Emmanuel-Louis van Outryve (neef van Augustin van Outryve) veredeld werd. Emmanuel-Louis van Outryve d'Ydewalle (Damme, 1745 - Brugge, 1827) was een groot kunstliefhebber die aan Suvée gevraagd had om zijn portret te schilderen. Dit kunstwerk zal ongetwijfeld een mooie plaats gekregen hebben in de salons van het groot neoclassicistisch herenhuis langs de Dijver in Brugge (nu Arentshuis) waarvan hij sedert 1783 eigenaar was. Het neoklassieke uitzicht van het huidige Arentshuis is er trouwens gekomen door toedoen van Emmanuel-Louis van Outryve d'Ydewalle die eveneens verantwoordelijk was voor de Egyptische aanpassingen aan het huis.
Mogelijks op aanraden van Emmanuel-Louis van Outryve schilderde Suvée nog andere rake portretten van de familie Van Outryve: naast dit van zijn zus Marie-Pétronille van Outryve (Damme, 1748 - Brugge, 1814) is er ook een postuum portret bekend van hun vader Pierre-François van Outryve (Oostrozebeke, 1703 - Damme 1749); verder zijn ook twee broers van Pierre-François van Outryve in de jaren '80 van de 18de eeuw door Suvée geportretteerd: de rijke kanunnik Louis-Emmanuel van Outryve (Oostrozebeke, 1722 - Koolkerke 1786) en de handelaar Augustin van Outryve (Oostrozebeke, 1710 - Brugge, 1795). Zoals blijkt uit de afbeeldingen van deze portretten in bijlage 1, is Augustin van Outryve de enige die ten voeten uit werd geportretteerd in een interieur; al de andere familieleden zijn halfslijfs voorgesteld in een ovaal portret.
Het was trouwens waarschijnlijk ook in opdracht van kanunnik Louis-Emmanuel van Outryve dat Suvée in 1776 zijn monumentaal doek 'Erminie en de herders' schilderde. Deze kanunnik was alleszins de eerste eigenaar van het kunstwerk. Dit is ongetwijfeld het belangrijkste schilderij dat Suvée tijdens zijn eerste studieverblijf in Rome maakte.
Het portret van Augustin van Outryve door Suvée
Op 29 januari 1780 trad Suvée toe tot de absolute elite onder de kunstenaars: hij werd als volwaardig lid opgenomen in de zeer eerbiedwaardige 'Académie royale de Peinture et de Sculpture' en kon als 'Peintre du Roi' nu ook officiële, koninklijke opdrachten verwachten. De fiere Suvée verwittigde onmiddellijk de academie van zijn geboortestad. Net als in 1771 werd Suvée enige maanden later als ware held in Brugge verwelkomd met een feestelijke optocht. Suvée verbleef ditmaal enkele maanden in zijn geboortestad. Hij kreeg meteen heel wat bestellingen, zowel van de lokale geestelijkheid als van diverse Brugse notabelen die zich graag door Suvée wilden laten portretteren. Mogelijks zal Suvée op dat ogenblik ook de opdracht gekregen hebben tot het schilderen van het grote portret van Augustin van Outryve.
Hoewel Augustin van Outryve dan reeds een zeventiger was, bleef hij de touwtjes in handen houden van het succesvol handelsbedrijf dat hij van zijn tante Mary-Anne van Outryve (Ooigem, 1674 - Brugge, 1746) had overgeërfd. Poserend aan zijn werktafel met de benen over elkaar geslagen, kijkt hij met een vrij strenge blik en gespannen lippen uit het schilderij. Over zijn kostuum draagt hij een opvallende rode mantel waarvan de sierlijke plooien tot op de grond komen. Op het tafelblad van zijn bureau onderscheiden we naast een inktpot met twee ganzenveren en een witte (zak)doek vooral drie grote dozen die gebruikt werden voor het klassement van zijn boekhouding/briefwisseling. Dat die omvangrijk moet zijn geweest, blijkt o.a. uit de nummers die op de voorkant van de dozen aangebracht werden (nr. 42 en nr. 33). Nog belangrijker zijn de aanduidingen van de bestemmingen: Allemagne, Paris en Hollande. Dit zijn duidelijke verwijzingen naar de internationale contacten van de firma Van Outryve.
Suvée heeft het schilderij gesigneerd en gedateerd op een zeer opvallende plaats: het document dat Augustin in zijn linkerhand vasthoudt. Zo weten we dat Suvée de compositie in Parijs heeft afgewerkt in juni 1782.
Het jaar nadien neemt de kunstenaar - die intussen ook benoemd was tot 'professeur-adjoint' van de 'Académie royale' - deel aan het Parijse salon met niet minder dan vijf kunstwerken, waaronder twee doeken met een toekomstige Brugse bestemming: 'De verrijzenis van Christus' voor de Sint-Walburgakerk en dit monumentale portret van Augustin van Outryve. In de catalogus van het betreffend salon lezen we onder nummer 36 de volgende omschrijving van het werk: 'Portrait en pied de M. Van Outryve' (zie bijlage 2).
Naar aanleiding van de allereerste expositie van het portret op het Parijse salon in het jaar 1783 kunnen enkele contemporaine bronnen/kritische commentaren aangehaald worden: 'Le Portrait en pied de M. Van Outryve mérite les plus grands éloges, les chairs sont peut-être un peu rouges', of nog 'Ainsi reconnoît-on, non seulement le costume, mais le flegme Hollandois, dans le Portrait en pied de M. Van Outryve (N°. 36), peint de bonnes couleurs locales par M. Suvée, que j'aime néanmoins mieux dans l'Histoire', en tenslotte nog de 'rake' opmerking 'Un brave Hollandois (par M. Suvée) a la bonté de prêter sa physionomie simple et honnête, pour figurer dans un Salon brillant, à une place ordinairement occupée par des Princes ou des Princesses.’ Nadien verdween het portret voor eeuwen uit de publieke belangstelling.
Het belang van Augustin van Outryve voor Brugge
Tijdens de tweede helft van de 18de eeuw bekleedde Augustin van Outryve (Oostrozebeke, 1710 - Brugge, 1795) in Brugge een vooraanstaande positie in de zakelijke wereld. Hij stond aan het hoofd van een internationaal gereputeerde handelsonderneming die hij van zijn ongehuwd gebleven tante Mary-Anne van Outryve (Ooigem, 1674 - Brugge, 1746) had overgenomen.
Deze ondernemende handelsvrouw had reeds in 1715 samen met haar jongste zus Catherine-Thérèse van Outryve (Oostrozebeke, 1684 - Brugge, 1756) 'eene societeyt van goederen ende commercie' opgericht die zich aanvankelijk vooral toespitste op de textielhandel en later ook op het verhandelen van grote ladingen thee. Mary-Anne van Outryve bouwde een bloeiend handelsnetwerk uit en liet de zaak al heel snel evolueren tot één van de belangrijkste handelshuizen in de Oostenrijkse Nederlanden. Zij beschikte over een winkel in het huis Londen, gesitueerd in de Cordoeanierstraat 17-19 te Brugge. Augustin van Outryve zal dit grote huis na het overlijden van zijn tante in 1746 verder blijven gebruiken.
Mary-Anne van Outryve had haar bijzonder winstgevende handelszaak reeds in 1742 overgelaten aan haar toen 32-jarige neef Augustin die de onderneming nog verder zou uitbreiden. De omvang van zijn internationaal netwerk met Brugge als draaischijf valt inderdaad zeker niet te onderschatten: uit briefwisseling bewaard in het stadsarchief van Brugge blijkt dat de onderneming professionele contacten onderhield met Zweden (Stockholm), Denemarken (Helsingor), Letland (o.a. de historische regio Koerland), Polen (Elbing), Duitsland (Hamburg), Nederland (Amsterdam), Engeland (Londen), Frankrijk (Valenciennes) en Spanje (Barcelona en Málaga).
In 1782 - dus het jaar waarin zijn portret geschilderd werd - stichtte Augustin van Outryve samen met zijn neef Jean-Jacques van Outryve de Merckem (Damme, 1740 - Brugge, 1815) een private maatschappij voor zeeverzekering. Samen beschikten ze over een drietal schepen die ze als reders lieten varen tot in de Antillen en zelfs tot in Amerika.
Augustin van Outryve behoorde tot de meest vermogende notabelen in Brugge. Volgens André Vanhoutryve zou deze vrijgezel in de Naaldenstraat gewoond hebben. Hij moet alleszins ook diverse eigendommen gehad hebben, zowel in Zedelgem, Snellegem als in Loppem.
Uit dit alles blijkt dat Augustin van Outryve met zijn uitgebreid handelsnetwerk mee aan de basis lag van het familiepatrimonium van de Van Outryve's.
Toetsing aan de criteria van het Vlaamse topstukkendecreet
Het portret van Augustin van Outryve door Suvée is ongetwijfeld een uniek en zeldzaam schilderij dat niet alleen op kunsthistorisch vlak bijzonder interessant is, maar ook op sociaal en economisch gebied van cruciaal belang kan genoemd worden.
Joseph-Benoît Suvée heeft tijdens zijn internationale carrière zo'n dertigtal psychologisch scherp geobserveerde portretten geschilderd. Het monumentaal portret van Augustin van Outryve staat echter alleen in het oeuvre van Suvée. Het meer dan levensgrote formaat is inderdaad hoogst uitzonderlijk en kan nergens anders in Vlaanderen teruggevonden worden.
Het kunstwerk heeft ook een bijzondere waarde voor het collectieve geheugen. Het behoort tot de meest intrigerende portretgetuigenissen die Suvée geschilderd heeft van de oude en vooraanstaande familie Van Outryve, met wie hij zijn leven lang trouwe vriendschapsbanden onderhield. Het getuigt niet alleen van het mecenaat van de Van Outryve's maar illustreert ook op perfecte wijze de internationale faam van de 18de-eeuwse handel. De figuur van Augustin van Outryve - een internationaal gereputeerd handelaar, reder en zeeverzekeraar - kan zonder moeite symbool staan voor het bloeiend economisch leven uit die periode. Het internationale karakter wordt in het portret duidelijk geïllustreerd met de etiketten die bevestigd zijn op de rangeermappen. Op die manier verkrijgt het portret van Augustin van Outryve als het ware een iconische status.
Bovendien bekleedt het werk een schakelfunctie in de evolutie van de kunst. Suvée heeft inderdaad heel vroeg samen met Andries Cornelis Lens het Franse neoclassicisme in Vlaanderen geïntroduceerd. Als Bruggeling heeft hij een unieke internationale carrière gekend. Toch bleef hij steeds met zijn geboortestad en de Brugse academie in contact en inspireerde hij op zijn beurt veel oud-leerlingen tot een internationale opleiding. Het portret van Augustin van Outryve is typisch voor wat het neoclassicisme van de eerste generatie genoemd wordt (het bevindt zich nog niet in de invloedssfeer van Jacques-Louis David, het latere boegbeeld bij uitstek van het Franse neoclassicisme). In die zin functioneert het portret als het ware als een schakel in de ontwikkeling van een nieuwe esthetiek.
De ijkwaarde van dit kunstwerk kan afgetoetst worden aan de hand van een ander 18de-eeuws portret van een internationaal handelaar die ook vanuit Brugge actief was. Het portret van Guillaume de Brouwer met zijn gezin in zijn handelskantoor (zie afbeelding in bijlage 4) is inderdaad eveneens een perfecte illustratie van het 18de-eeuwse economisch leven in Brugge. Het portret toont de reder en koopman Guillaume de Brouwer op het toppunt van zijn commerciële activiteit. Net als voor het portret van Augustin van Outryve illustreert dit werk de internationale contacten van enkele succesvolle handelaars in het 18de-eeuwse Brugge. Er is echter een groot kwaliteitsverschil tussen beide werken: daar waar het portret van Guillaume de Brouwer eerder van doorsnee-kwaliteit is, steekt het goed getypeerde portret van Augustin van Outryve er onmiskenbaar met kop en schouders boven uit.
Tenslotte heeft Suvée's portret van Augustin van Outryve een bijzondere artistieke waarde. Het werd in 1783 tentoongesteld op het Salon in Parijs en vormt een bewijs van zijn toetreding tot het Franse neoclassicisme. Met zijn grote zin voor realisme en virtuoze penseelstreken, is dit monumentale portret ongetwijfeld een topwerk dat tot de hoogtepunten van zijn kunst kan gerekend worden. Het illustreert de maturiteit van de kunstenaar die zijn talenten als zeer gewaardeerd portretschilder in Parijs verder wist te ontplooien.
Het portret van Augustin van Outryve is een bijzonder mooie versterking voor het collectieprofiel van het Groeningemuseum dat reeds meerdere kapitale werken bezit van Joseph-Benoît Suvée.
Laurence Van Kerkhoven
Adjunct-conservator
Groeningemuseum Brugge